Kinderen hebben baat bij echte verhalen

© ANP.

© ANP.

De enige week van het jaar die tien dagen telt begint bijna. Het thema van de aanstaande Kinderboekenweek is ‘feest’. Toepasselijk, in verband met het 60-jarig bestaan. Waar zit het ‘m in dat we het zo belangrijk vinden dat kinderen boeken lezen, ze komen toch constant in aanraking met taal?

 

Wereld aan woorden

Kinderen lezen in schoolboeken wanneer ze moeten rekenen, onder het gamen op de computer of bij het scrollen door Facebook, op de Playstation, wanneer ze door de Donald Duck bladeren en als ze door de reclamefolders speuren van de Intertoys of de Bart Smit. Kinderen zijn constant omgeven door taal, zou je zeggen. Toch is dat ‘lezen’ onvergelijkbaar met het lezen van een kinderboek, vindt Nederlands enige hoogleraar jeugdliteratuur Helma van Lierop-Debrauwer. Het lezen van een echt verhaal is volgens haar bijzonder waardevol.

“Het verhaal in een boek biedt een wereld aan woorden. Jeugdliteratuur is essentieel voor de ontwikkeling van een kind. En de Kinderboekenweek is hét moment van het jaar om kinderen met literatuur in aanraking te laten komen.” Sinds 1954 is het kinderboekenevenement vaste prik. Van 1 tot en met 12 oktober worden er allerlei activiteiten georganiseerd rond het kinderboek. Basisscholen, bibliotheken, schrijvers en ouders zorgen ervoor dat kinderen in tien dagen tijd zoveel mogelijk verhalen onder ogen krijgen.

 

Kinderen luisteren naar schrijver Jan Terlouw in het kinderboekenmuseum in 2012. © ANP.

Kinderen luisteren naar schrijver Jan Terlouw in het kinderboekenmuseum in 2012. © ANP.

Zorgvuldiger gekozen

Er zijn twee redenen waarom kinderen moeten lezen, ziet de hoogleraar van de Universiteit van Tilburg. De eerste reden is een praktische reden. “Kinderen presteren aanzienlijk beter op school wanneer ze veel boeken lezen, zo blijkt uit onderzoek”, zegt Van Lierop-Debrauwer. “Daarnaast is er een belangrijke tweede, persoonlijke reden. Lezen is ontspannend voor kinderen. De jeugdliteratuur, vooral de Nederlandse literatuur die een hoog niveau kent, is verrijkend voor ze. De taal in boeken is veel beeldender, het verhaal is meer coherent en de woorden zijn veel zorgvuldiger gekozen dan de woorden die kinderen normaliter in hun omgeving tegenkomen.”

Kinderen luisteren naar schrijver Jan Terlouw in het kinderboekenmuseum in 2012. “Door middel van kinderboeken kunnen kinderen hun fantasie kwijt, en hun gevoelens en emoties verwerken. Een boek biedt zóveel meer dan taal alleen,” zegt persvoorlichter Maud Aarsen van het CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) dat de Kinderboekenweek organiseert. Dinsdagavond wordt de Kinderboekenweek afgetrapt met het Kinderboekenbal. Daar wordt onder andere de Gouden Griffel uitgereikt aan de beste kinderboekenschrijver.

 

Internationaal uniek

Volgens kinderboekenrecensent van Trouw, Bas Maliepaard, zijn de constateringen van Van Lierop-Debrauwer en het CPNB juist. “Door middel van een boek wordt het kind teruggeworpen op zijn eigen verbeeldingskracht en inlevingsvermogen. Dat is ontzettend waardevol en leerzaam. Kinderboeken spelen een significante rol bij de taalontwikkeling en sociaal-emotionele groei van kinderen.” De tiendaagse kinderboekenmanifestatie speelt daar volgens hem een belangrijke rol in. De Kinderboekenweek is internationaal uniek, het is een diepgewortelde en waardevolle traditie.

Volgens hoogleraar jeugdliteratuur Van Lierop-Debrauwer is het lastig om exacte gegevens te noemen omtrent het lezen van jongeren. Er worden veel onderzoeken gepresenteerd, maar de resultaten lopen nogal uiteen. Kinderboeken verkopen nog beter dan volwassenenliteratuur. Toch zouden kinderen minder gaan lezen. De hoogleraar wil en kan geen algemene gegevens verstrekken over het leesgedrag van kinderen. De definiëring is namelijk lastig. “De moeilijkste vraag is; wat versta je onder lezen, en wat alleen als taal,” stelt de hoogleraar, die vindt dat kinderen vooral verhalen moeten lezen.

 

Burgemeester Jan van Zanen van Utrecht, reikt het eerste exemplaar van het prentenboek van de Kinderboekenweek uit aan Marit Tornqvist, bij de opening van het boekenseizoen. © ANP.

Burgemeester Jan van Zanen van Utrecht, reikt het eerste exemplaar van het prentenboek van de Kinderboekenweek uit aan Marit Tornqvist, bij de opening van het boekenseizoen. © ANP.

Te weinig aandacht

Maliepaard merkt op dat er minder aandacht is voor kinderboeken. Twintig jaar geleden was dat wel anders. “Er is momenteel te weinig ruimte voor kinderboeken in de media. De tijden dat Paul Biegel aan tafel zat bij Sonja Barend zijn over. Je ziet nu nooit kinderboekenschrijvers bij De Wereld Draait Door zitten.” Hoogleraar Van Lierop-Debrauwer en het CPNB zien die ontwikkeling ook. De stichting kan er geen vinger achter krijgen, maar ziet het als een voldongen feit dat de aandacht voor jeugdliteratuur is verslapt.

Burgemeester Jan van Zanen van Utrecht, reikt het eerste exemplaar van het prentenboek van de Kinderboekenweek uit aan Marit Tornqvist, bij de opening van het boekenseizoen. Bij de boekhandel ontvang je bij besteding van tien euro zoals ieder jaar een kinderboekenweekgeschenk. Dit jaar is dat ‘Zestig spiegels’, van Harm de Jonge. Het gaat over een verlegen jongen, die nooit meer dan zes woorden spreekt, maar na hulp van een meisje dat zich prinses Sippora noemt, een volledige spreekbeurt durft te geven. Het kinderboekenweekgeschenk is een heel belangrijk onderdeel van de Kinderboekenweek, omdat de boekjes die in omloop komen (zo’n 160.000), vaak een opstapje zijn voor kinderen om te gaan lezen, zegt de woordvoerster van de CPNB.

 

Authentieke schrijfstijl

Als jongeren eenmaal aan het lezen slaan, moeten ze wel de goede boeken lezen. Bas Maliepaard weet precies wat een kinderboek de moeite waard maakt. Hij zat van 2005 tot 2008 in de jury voor de Gouden Griffel. Door de heersende bestsellercultuur worden er zeer veel kinderboeken geschreven, erkent hij. “Er verschijnen ook genoeg slechte.” De recensent hanteert zijn eigen criteria voor de beoordeling van jeugdliteratuur. “Een kinderboek moet origineel zijn, er moeten levensechte kinderen in voorkomen en een authentieke schrijfstijl is zeer belangrijk. Eigenlijk verschillen die criteria niet veel van literatuur voor volwassenen”, concludeert hij uiteindelijk.

Maliepaard tipt enthousiast een aantal jonge schrijvers die de laatste paar jaar opvallen. “Simon van der Geest schrijft geweldig, twee Gouden Griffels, hij is een hele goede. Anna Woltz en Gideon Samson schrijven goed. Waarschijnlijk gaat Jan Paul Schutten er op het Kinderboekenbal met de Gouden Griffel vandoor, met zijn non-fictieboek over de evolutie, ‘Het raadsel van alles dat leeft'”, voorspelt Maliepaard ’s middags. “Dat kan bijna niet anders.”

En hij krijgt gelijk. Vanavond op het Kinderboekenbal in Utrecht prijst de Griffeljury ‘Het raadsel van alles dat leeft’: ‘Een briljant boek dat ondanks het inhoudelijk zware thema licht en lucht kent en tot nadenken en lachen verleidt. Niet snel zal opnieuw een boek verschijnen met zo’n grootse ambitie en meesterlijke uitwerking’.

 

Bron: Trouw